In 1786 brak er in alle hevigheid een burgeroorlog uit in de Nederlanden. De spanningen in het politieke conflict tussen de patriotten en orangisten liepen over.
Stadhouder Willem V greep militair in. Op 4 september 1786 werden de door patriotten gedomineerde Gelderse steden Hattem en Elburg beschoten door stadhouderlijke troepen.
De oorlog kende vele gewelddadigheden: vernielingen, militaire mobilisatie, intimidaties, politieke zuiveringen, plunderterreur en gewapende schermutselingen.
In 1787 zou het Pruisische leger met een grootschalige invasie een einde maken aan de burgeroorlog in de Nederlanden.
Kaart van Heusden, getekend door een Pruisisch militair ingenieur in 1786
Met precisie zijn de verdedigingswerken en toegangspoorten van de vestingstad Heusden, tijdens de burgeroorlog van 1786, tot in detail in beeld gebracht. Op 6 januari 1787 vond er in die stad een omwenteling plaats. Invloedrijke patriotten pleegden een machtsgreep in het stadsbestuur. Heusden werd hiermee de eerste stad van het gewest Holland waar de revolutie haar doorbraak vond. Later in het jaar werd de stad ingenomen door Pruisische huzaren en politiek gezuiverd.