In 1787 werd er met de Pruisische inval een abrupt einde gemaakt aan de democratisering van de Nederlanden en vluchtten duizenden patriotten naar het buitenland.
Na een jarenlang ballingschap en een ‘ondergrondse’ patriottenbeweging in Frankrijk, keerden de revolutionairen in 1795 terug en werd de democratische revolutie voortgezet. In de Bataafse Omwenteling werd vanaf 1795 de Nederlandse democratie gesticht en werd de basis gelegd voor de ‘Nederlandse eenheidsstaat’.
Gravure, vervaardigd door R. Vinkeles in 1795
Het revolutiefeest op 4 maart 1795 in Amsterdam, in het eerste jaar van de Bataafse Omwenteling. Er werd een ‘vrijheidsboom’ geplant op de Dam. Het planten van de vrijheidsboom symboliseerde het weghalen van de oude orde en het vestigen van de nieuwe orde. De revolutie werd uitbundig gevierd, waarbij burgers hand in hand met de soldaten dansten rond de geplante vrijheidsboom.