Aan het eind van de 18e eeuw vond er in de Nederlanden een grote machtsovername plaats. In steeds meer steden hadden de patriotten de macht in de stadsbesturen geleidelijk overgenomen van het orangistische regime.
Ze eisten openbaarheid van bestuur en dwongen het vastleggen of naleven van reglementen af. De bestrijding van corruptie en elitevorming in het bestuur was hun belangrijkste doel. De patriotten wilden een ‘volksregering bij representatie’.